Wij delen uw passie voor Bach. Samen met u houden wij de passietraditie in ere.
“Passio Domini nostri Jesu Christe secundum Evangelistam Matthaeum”
De passie is een heel oude kunstvorm. Reeds in de vierde eeuw worden in de christelijke kerk tijdens de Stille Week voorafgaande aan Pasen de passieverhalen zingend voorgedragen, op eenvoudige lectietoon, met kleine heffingen en dalingen. Vanaf de negende eeuw komen stelselmatig alle vier de evangelisten, Mattheüs, Marcus, Lucas en Johannes, aan bod op respectievelijk Palmzondag, dinsdag, woensdag en Goede Vrijdag. Vanaf de twaalfde eeuw doet een dramatiserende rolverdeling zijn intree:
Bach heeft zijn Johannes-Passion in drie maanden geschreven en voor het eerst uitgevoerd in 1724 tijdens de Goede Week in de Thomaskirche te Leipzig.
Het thans gebruikelijke openingskoor “Herr, unser Herrscher” alsook het slotkoraal ”Ach Herr, laß dein lieb Engelein” werden door Bach pas later toegevoegd. In de tweede van de in totaal vier versies van de Johannes-Passion, die uit 1725, gebruikte Bach als openingskoor het slotkoor van het eerste deel van zijn Matthäus-Passion “O Mensch, bewein dein Sünde groß”. Tevens voegde hij aan deze versie nog een aantal aria’s en arioso’s aan toe, namelijk “Ach, mein Sinn”, “Erwäge”, “Mein Herz”, “Zerfließe, mein Herze” en “Betrachte, meine Seel”.